• on·ge·bouwd
stellend
onverbogen ongebouwd
verbogen ongebouwde
partitief ongebouwds

ongebouwd [1]

  1. van een stuk grond: zonder bebouwing
    • Een motie die door de Fractie Ongebouwd en drie oppostitiepartijen werd ingediend om eerst te onderzoeken welke goedkopere goedkopere alternatieven er zijn, werd deze week weggestemd. [2] 
  2. van een bouwontwerp: niet daadwerkelijk gebouwd
    • Maar ook na zijn dood werd Wrights ontwerp niet uitgevoerd: de Mile High Illinois bleef ongebouwd. Wel werd de toren in het begin van de 21ste eeuw plotseling een bron van inspiratie voor architecten die superhoge kantoor- en/of woontorens bouwden. [3] 
    • Een jaar later begon Hadid in Londen haar eigen bureau. Ze won prijsvragen die allemaal ongebouwd bleven maar haar in architectuurkringen bekendmaakten. In 1988 werd ze daarom uitverkoren voor de tentoonstelling Deconstructivist Architecture in het Museum of Modern Architecture (MoMA) in New York, de roemruchte (en mislukte) poging om het deconstructivisme te lanceren als de nieuwe international style. Van alle zes excellerende deconstructivisten in het MoMA, onder wie Rem Koolhaas en Frank Gehry, toonde Hadid zich het meest beïnvloed door het Russische constructivisme. [4] 
82 % van de Nederlanders;
78 % van de Vlamingen.[5]