geblaseerd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: geblaseerd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəblaˈzert / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- ge·bla·seerd
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | geblaseerd | geblaseerder | geblaseerdst |
verbogen | geblaseerde | geblaseerdere | geblaseerdste |
partitief | geblaseerds | geblaseerders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
geblaseerd
- zoveel luxe en welvaart hebben dat je er niet meer van kan genieten
- De geblaseerde jongen ging in een arm land werken om te ervaren hoe een leven met minder ook heel aangenaam kan zijn.
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord geblaseerd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geblaseerd" herkend door:
50 % | van de Nederlanders; |
52 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ geblaseerd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be