gasolie

Niet te verwarren met: gasoline

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  gasolie    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈɣɑsoli / (3 lettergrepen)

Woordafbreking

• gas·olie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  gas zn  en  olie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	gasolie	gasolies gasoliën
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de gasolie v / m

1. mengsel van koolwaterstoffen met een hoog kookpunt tussen de 200 ^oC en 350 ^oC (gemiddelde ketenlengte van 8 - 21 C atomen)

   • In de bunkersector wordt gasolie en stookolie geproduceerd, verwerkt, verhandeld, opgeslagen en vervoerd. Hier gaan grote bedragen in om. In de betreffende havens zijn tientallen bedrijven actief als producent, in de opslag of als leverancier. Rotterdam is de op twee na grootste bunkerhaven ter wereld.  
   • De Ternsund arriveert het komende weekend al bij Vopak Botlek in Rotterdam om nafta over te slaan. Daarna vaart ze naar de Willem Alexanderterminal. Daar zal de bunkering, ofwel het tanken, plaatsvinden. Dat duurt ongeveer drie dagen, onder andere omdat de Ternsund nu nog op gasolie vaart.  

Synoniemen

• diesel, gasbenzine

Vertalingen

    1.   

Engels: tractor-fuel (en), diesel fuel (en), gasoil (en)

Gangbaarheid

• Het woord gasolie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasolie" herkend door:

97 %	van de Nederlanders;
93 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.