Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • ga·gel·fa·mi·lie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gagelfamilie gagelfamilies
verkleinwoord gagelfamilietje gagelfamilietjes

Zelfstandig naamwoord

de gagelfamiliev

  1. (bloemplanten) een familie Myricaceae   van bomen en heesters. De familie komt wereldwijd voor, behalve in Australië. In Nederland en België komt de struweel vormende wilde gagel (Myrica gale  ) en de wasgagel (Myrica pensylvanica) als verwilderde soort voor. De familie telt wereldwijd 50 à 60 soorten in 2-4 geslachten
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie