fundamentalistisch
- fun·da·men·ta·lis·tisch
- afgeleid van fundamentalist met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | fundamentalistisch | fundamentalistischer | |
verbogen | fundamentalistische | fundamentalistischere | |
partitief | fundamentalistisch | fundamentalistischers | - |
fundamentalistisch [1]
- (religie) van of op de wijze van de fundamentalisten
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord fundamentalistisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.