fundamentalist
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fun·da·men·ta·list
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fundamentalist | fundamentalisten |
verkleinwoord | fundamentalistje | fundamentalistjes |
Zelfstandig naamwoord
de fundamentalist m
- aanhanger van het fundamentalisme
- fundamentalisten hebben er nu eenmaal een hekel aan dat men zelf bepaalt wat men wil geloven of denken
Hyponiemen
- christenfundamentalist, hindoefundamentalist, marktfundamentalist, moslimfundamentalist, verlichtingsfundamentalist
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord fundamentalist staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.