Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fry·gisch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen frygisch frygischer
verbogen frygische frygischere
partitief frygisch frygischers -

Bijvoeglijk naamwoord

frygisch

  1. (muziek) wat betreft de kerktoonsoort gebaseerd op e
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord frygisch -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het frygischo

  1. (muziek) de kerktoonsoort gebaseerd op e
    • Het frygisch begint met en kleine secunde. 
Verwante begrippen


Kerktoonsoorten in het Nederlands
ionisch dorisch frygisch lydisch mixolydisch eolisch locrisch

Gangbaarheid

Meer informatie