• for·dju·ping
  • Afleiding van het Noorse bijvoeglijke naamwoord djup met het voorvoegsel for- en met het achtervoegsel -ing.

fordjuping m / v

  1. kuil, laagte
  2. (geologie) kom, laagte
  3. (figuurlijk) intensivering, specialisatie, verdieping
m/v enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fordjuping     m: fordjupingen
v: fordjupinga  
  fordjupinger     fordjupingene  
genitief   fordjupings     m: fordjupingens
v: fordjupingas  
  fordjupingers     fordjupingenes  


  • for·dju·ping
  • Afleiding van het Noorse bijvoeglijke naamwoord djup met het voorvoegsel for- en met het achtervoegsel -ing.
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   fordjuping     fordjupinga
bijvorm: fordjupingi  
  fordjupingar     fordjupingane  

fordjuping v

  1. kuil, laagte
  2. (geologie) kom, laagte
  3. (figuurlijk) intensivering, specialisatie, verdieping