Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fon·kel·nieuw
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen fonkelnieuw
verbogen fonkelnieuwe
partitief fonkelnieuws

Bijvoeglijk naamwoord

fonkelnieuw

  1. zeer nieuw, zodat het nog de glans heeft van iets dat nog niet gebruikt is
     Snoeiharde kritiek op bizarre ‘horrorkruising’: ‘Hier gaan kinderen verongelukken’: Veilig Verkeer Nederland kraakt het ontwerp van de fonkelnieuwe kruising in de Gelderse plaats Putten. Volgens verkeersconsulent Peter Buter is de ‘horrorkruising’ gevaarlijk voor fietsers en moet de maximumsnelheid omlaag. Een rotonde was volgens hem wenselijker geweest.[5]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen