• fiets·koe·rier
enkelvoud meervoud
naamwoord fietskoerier fietskoeriers
verkleinwoord fietskoeriertje fietskoeriertjes

de fietskoerierm

  1. iemand die beroepshalve dingen rondbrengt op de fiets
    • Volgens mij versturen ze dat pakketje per fietskoerier.