Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • feest·vie·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
feestvieren
vierde feest
feestgevierd
zwak -d volledig

Werkwoord

feestvieren

  1. inergatief deelnemen aan een feest en uiting geven aan feestvreugde
    • Het WikiWoordenboek heeft 897.182 woordenboekingangen, een reden om feest te vieren. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be