• feest·vie·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
feestvieren
vierde feest
feestgevierd
zwak -d volledig

feestvieren

  1. inergatief deelnemen aan een feest en uiting geven aan feestvreugde
    • Het WikiWoordenboek heeft 922.162 woordenboekingangen, een reden om feest te vieren. 
99 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be