feestvierster
- Geluid: feestvierster (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfes(t)firstər / (3 lettergrepen)
- feest·vier·ster
- naamwoord van handeling van feestvieren ww met het achtervoegsel -ster
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feestvierster | feestviersters |
verkleinwoord | - | - |
de feestvierster m
- vrouw die meedoet aan een feest
- ▸ In de loop van de avond wordt er wat voorzichtig geswingd op de natgeregende houten dansvloer, in de tuin. (…) "Lulkoek!" roept een dissidente feestvierster.[1]
- vrouw die vaak of graag feest viert
- ▸ De 33-jarige Fergie, gescheiden van prins Andrew, de tweede zoon van koningin Elizabeth, probeert al enige tijd af te komen van haar repu[t]atie als frivole feestvierster.[2]
- vrouwelijke vorm van feestvierder
- Het woord 'feestvierster' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Weblink bron Corrie VerkerkBoerhaave zonder witte uniformen in: Het Parool (1 september 1994)
- ↑ Weblink bron Brits Koningshuis verzet zich tegen VN-post voor Fergie in: Trouw , jrg. 51 nr. 14960 (31 juli 1993), Organisatie Trouw, Meppel, p. 2 kol. 7