farizees
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fa·ri·zees
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | farizees | farizeser | farizeest |
verbogen | farizese | farizesere | farizeeste |
partitief | farizees | farizesers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
farizees
- (Jiddisch-Hebreeuws) als (bij) een farizeeër, schijnheilig
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord farizees staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "farizees" herkend door:
46 % | van de Nederlanders; |
59 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be