fail
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fail
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fail | fails |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de fail m
- (informeel) opvallende mislukking
- ▸ De plaatjes en foto’s die op deze site staan, beelden allemaal een fail uit. Aangezien de kracht van de misser vaak in het beeld ligt, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om van elk een goede beschrijving van te geven.[1]
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'fail' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “3 kijken” (2 juli 2008) op nrc.nl
Engels
Uitspraak
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to fail |
he/she/it | fails |
verleden tijd | failed |
voltooid deelwoord |
failed |
onvoltooid deelwoord |
failing |
gebiedende wijs | fail |
Werkwoord
fail