• fail
enkelvoud meervoud
naamwoord fail fails
verkleinwoord - -

de failm

  1. (informeel) opvallende mislukking
     De plaatjes en foto’s die op deze site staan, beelden allemaal een fail uit. Aangezien de kracht van de misser vaak in het beeld ligt, is het moeilijk, zo niet onmogelijk, om van elk een goede beschrijving van te geven.[1]
  1.   Weblink bron “3 kijken” (2 juli 2008) op nrc.nl  


vervoeging
onbepaalde wijs to  fail 
he/she/it  fails 
verleden tijd  failed 
voltooid
deelwoord
 failed 
onvoltooid
deelwoord
 failing 
gebiedende wijs  fail 

fail

  1. mislukken
  2. zakken