• ex·trac·tie
enkelvoud meervoud
naamwoord extractie extracties
verkleinwoord extractietje extractietjes

de extractiev

  1. uittrekking
  2. (medisch) het uittrekken van splinters, tanden e.d.
    • Na een extractie wordt twee maanden gewacht met het plaatsen van het implantaat.[2] 
  3. (scheikunde) bereiding van een extract (aftreksel)
96 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]
  • Zie de doorverwijspagina op Wikipedia voor meer informatie.