eschatologie
- Geluid: eschatologie (hulp, bestand)
- IPA: /ɛsˌxatolo'gi/
- es·cha·to·lo·gie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘leer van de laatste dingen’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- Van het Oudgriekse ἔσχατος met het achtervoegsel -logie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eschatologie | |
verkleinwoord |
de eschatologie v
- (religie) leer over het einde van de wereld en het laatste oordeel
- Het paulinisch onderricht aangaande de eschatologie.
1.
- Het woord eschatologie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "eschatologie" herkend door:
34 % | van de Nederlanders; |
41 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "eschatologie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- IPA: /ɛs.ka.tɔ.lɔ.ʒi/
enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|
zonder lidwoord | met lidwoord | zonder lidwoord | met lidwoord |
eschatologie | l'eschatologie |
eschatologie v