erlangen
Niet te verwarren met: Erlangen |
- er·lan·gen
erlangen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
erlangen |
erlangde |
erlangd |
zwak -d | volledig |
- overgankelijk door eigen inspanning kunnen beschikken over
- ▸ Doch hoe willen wij rechtvaardige wetten voor ons erlangen, als in 't verlichte beschaafde Westen men de vrouw gelijkstelt met kinderen en idioten?[3]
- overgankelijk dankzij een ander kunnen beschikken over
- ▸ 'k Wil thans, ô Vaderland! mijn hulde U doen erlangen![4]
- [1] verkrijgen, verwerven
- [2] krijgen, ontvangen
1. door eigen inspanning kunnen beschikken over
- Het woord erlangen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ erlangen op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Raden Adjeng Kartini geciteerd door Paul BijlDe brieven van Kartini, wereldberoemd buiten Nederland in: De Boekenwereld., jrg. 32 nr. 4 (december 2016), Vantilt, Nijmegen, p. 9
- ↑ Weblink bron “De Hollandsche natie.” (2009), Vantilt, Nijmegen, p. 107 r. 11