endoscopie
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: endoscopie (hulp, bestand)
Woordafbreking
- en·do·sco·pie
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Griekse: 'endon' (binnenin) met het achtervoegsel -scopie [1]
- afgeleid van endoscoop met het achtervoegsel -ie
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | endoscopie | endoscopieën |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de endoscopie v
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. (kijk)onderzoek van lichaamsholten of inwendige kanalen
Gangbaarheid
- Het woord endoscopie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "endoscopie" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ endoscopie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be