• el·len·de·ling

deellendelingm

  1. (scheldwoord) verachtelijk, slecht mens
     Je bent een ellendeling! stotterde Bertie. We hadden afgesproken dertig pond. Ik heb geen honderd pond; ik ben niet rijk.[2]
98 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[3]