Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ei·ken·loof
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eikenloof -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het eikenloofo

  1. het gebladerte van een eikenboom
    • eikenloof was een veel gebruikt ornament in onderscheidingen b.v. in die van de nazi´s 
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen