1. Een eikenboom (Quercus).
  • ei·ken·boom
enkelvoud meervoud
naamwoord eikenboom eikenbomen
verkleinwoord eikenboompje eikenboompjes

de eikenboomm

  1. (plantkunde) loofboom uit het geslacht Quercus  
     Vooral de woorden over de eikenboom en de cipres bleven nog een lange tijd naklinken in mijn hoofd.[2]
95 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be