Nederlands

 
Lepas anserifera Carl Linnaeus  , 1758
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • een·den·mos·se·len
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord eendenmosselen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de eendenmosselenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord eendenmossel
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (kreeftachtigen) Lepadidae   een familie van rankpotigen (Cirripedia), die op hun beurt deel uitmaken van de kreeftachtigen. Ondanks de naam is er geen verwantschap met mosselen of andere weekdieren. Ze zijn daarentegen verwant aan de zeepokken en aan het parasitaire krabbenzakje
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie