Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dwars·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dwarsheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de dwarsheidv

  1. het radicaal anders dan anderen zijn en zich niet aan die anderen willen aanpassen
    • Maar er kleeft ook een reputatie aan hem. Hij staat bekend als dwars, provoceert en beledigt vaak. ,,Het lijkt hier wel een postkantoor, riep hij tot vervelens toe in de tijd dat het op kantoor steeds zakelijker werd nadat Mojo door een Amerikaanse reus was overgenomen. ,,Die dwarsheid heeft mijn carrière geen goed gedaan, lacht hij. Hij wordt op staande voet ontslagen nadat hij interne informatie had doorgegeven aan een journalist. ,,Die reputatie is ook wel een beetje gecultiveerd. Het is niet iets wat ik met voorbedachten rade doe. Ik ben mezelf. [2] 
    • Pierre zal zich typisch Windiaans storten op het thema ‘culinaire dwarsheid’, waarbij we in zijn onnavolgbare geest moeten denken aan trekdropbrood met sinaasappelmayonaise en kersenketchup, een hartige tiramisu in bloempotje, tartaar van tonijn met geweekt krentenbrood, of gamba’s met vanillevla. [3] 
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen