duwstel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- duw·stel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van duwen ww en stel zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | duwstel | duwstellen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het duwstel o
- (scheepvaart) combinatie van een duwboot en een of meer duwbakken
- ▸ Het passagiersschip was kort tevoren vanaf de Waalkade in Nijmegen vertrokken met als bestemming Dordrecht. Tijdens het inhalen van een duwstel kwam het vaartuig in aanvaring met een tegemoetkomende tanker. Deze tanker was geladen met 2400 ton vliegtuigbrandstof. Na de aanvaring met de tanker voer het passagiersschip naar bakboord en kwam in aanvaring met het met grind geladen duwstel.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord duwstel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "duwstel" herkend door:
54 % | van de Nederlanders; |
66 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Amerikaans passagiersschip botst op Waal” (19 april 2009), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be