drinkebroer

Nederlands

vader als drinkebroer

Uitspraak

• Geluid:  drinkebroer    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• drin·ke·broer

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘dronkaard’ voor het eerst aangetroffen in 1539
• samenstelling van  drink ww  en  broer  met het invoegsel -e- 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	drinkebroer	drinkebroers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de drinkebroer m

1. iemand die veel alcoholische dranken drinkt vooral in vrolijke gezelschappen

   • Ik had het kunnen zien, zei M., aan zijn kleren. Spijkerbroek, spijkerbloes. „Liberaal”, zo noemt hij zijn kledingstijl. En aan zijn kin: goed geschoren. Zo herkennen drinkebroers elkaar schijnbaar. Maar schijn bedriegt, waarschuwde M.. „Sommige mensen willen liberaal zijn maar vanbinnen zijn ze conservatief. Je moet vooral kijken of iemand intelligent uit zijn ogen kijkt.” Als hij dom kijkt, is het foute boel. Anders dan in Europa. „Daar drinken de dommen, in Gaza zijn het de slimmen.” 
   • Homer zwalkt in zwaar benevelde toestand over straat. Klagend: 'Waarom dronk ik ook nog die viswijn?' Zijn Japanse drinkebroer: 'Dat was het aquarium.' Het werd begin januari een van de meest bekeken momenten in de lange geschiedenis van The Simpsons, de scène (seizoen 25, aflevering 10) waarin Homer na een avond vol rijstwijn belandt in het universum van de Japanse animatiefilmer Hayao Miyazaki.  

Synoniemen

• dronkaard, pimpelaar, potator, zatlap, zuiper, zuipschuit, zuiplap, drankorgel, kroegloper

Gangbaarheid

• Het woord drinkebroer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "drinkebroer" herkend door:

74 %	van de Nederlanders;
88 %	van de Vlamingen.