Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zat·lap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zatlap zatlappen
verkleinwoord zatlapje zatlapjes

Zelfstandig naamwoord

de zatlapm

  1. iemand die regelmatig te veel alcohol drinkt
    • De zatlap maakte de hele nacht herrie. 
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be