drinkbeker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: drinkbeker (hulp, bestand)
- IPA: /ˈdrɪŋgbekər/
Woordafbreking
- drink·be·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van drink ww en beker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | drinkbeker | drinkbekers |
verkleinwoord | drinkbekertje | drinkbekertjes |
Zelfstandig naamwoord
- een beker waaruit gedronken kan worden
- Hij wint hooguit een drinkbeker, de wereldbeker kan hij wel vergeten.
Vertalingen
1. een beker waaruit gedronken kan worden
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Gangbaarheid
- Het woord drinkbeker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.