• drie·tal·lig
  • Samenstellende afleiding van drie en tal met het achtervoegsel -ig
stellend
onverbogen drietallig
verbogen drietallige
partitief drietalligs

drietallig

  1. (wiskunde) in drie stappen een volledige verandering doormakend
    • Het drietallige stelsel omvat slechts drie elementen: 0, 1 en 2. 
    • Een drietallige as draait een voorwerp over 120°, zodat het na drie operaties weer in zichzelf overgaat.