draadschaar
  • draad·schaar
enkelvoud meervoud
naamwoord draadschaar draadscharen
verkleinwoord

de draadschaarv / m

  1. (gereedschap) kniptang waarmee men dikke metalen draken door kan knippen of kan buigen
     Weet je nog dat we een keer een jongen hebben verpleegd die midden in de nacht ergens een draadschaar vandaan had gehaald om het slot van de schuur af te slopen waarin zijn ouders zijn fiets hadden gezet, en uiteindelijk in een greppel belandde en zijn been brak?[2]
     Negentien actievoerders van milieuorganisatie Greenpeace hebben met behulp van touwen, ladders en draadscharen ingebroken in een kerncentrale in Suffolk in het oosten van Engeland. De actie was volgens Greenpeace bedoeld om aan te tonen hoe slecht de centrale en andere Britse kerncentrales zijn beveiligd.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. SOPHIE GREEN (vert.Els Franci-Ekeler)
    “De leesclub aan het einde van de wereld” (2019), Uitgeverij De Fontein  , ISBN 9789026144929
  3.   Weblink bron
    hrt
    “Actievoerders Greenpeace breken in bij Britse kerncentrale” (13/01/2003), De Standaard