draadmand
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- draad·mand
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van draad zn en mand zn , aangetroffen vanaf 1891 (zie vindplaats hieronder)
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | draadmand | draadmanden |
verkleinwoord | draadmandje | draadmandjes |
Zelfstandig naamwoord
- korf die bestaat uit dunne repen metaal die kruislings met elkaar zijn verbonden
- ▸ Er is nog een snufje aan deze fiets. Er kan een extra achterwiel worden toegevoegd en tussen de wielen kun je dan een draadmand plaatsen, waardoor de tweewieler een boodschappendriewieler wordt.[1]
- ▸ ⧖ Men bakt de ballen in een draadlepel of draadmand, zooals men die in de keukengereedschap-magazijnen kan krijgen.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'draadmand' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron P. KortelingEen totaal andere fiets in: Het Parool , jrg. 44 nr. 11961 (7 februari 1984), p. 19 (U&T 24) kol. 4
- ↑ Weblink bron Odilia Anne Corver“Aaltje, Nieuw Nederlandsch kookboek”, 17e druk (1891), Van Holkema & Warendorf, Amsterdam, p. 60