doteren
- do·te·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doteren |
doteerde |
gedoteerd |
zwak -d | volledig |
doteren
- overgankelijk (scheikunde) (natuurkunde) het inbrengen van 'onzuiverheden' in een materiaal om de materiaaleigenschappen te veranderen
- In dit werk werden vloeibaar-kristallijne mengsels gedoteerd met lanthanide-complexen.[2]
- geven, schenken
- [2] bruidsgift, bruidsschat
- Het woord doteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doteren" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
82 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ KU Leuven
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be