Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • do·ta·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dotatie dotaties
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de dotatiev [3]

  1. schenking, gift
  2. (België) geld dat leden van het Koninklijk huis krijgen van de regering
  3. (België) subsidie die de regering aan politieke partijen geeft
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

49 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen