Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dorps·krant
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dorpskrant dorpskranten
verkleinwoord dorpskrantje dorpskrantjes

Zelfstandig naamwoord

de dorpskrantv / m

  1. plaatselijke krant van een dorp of gemeente
    • Het bleek dat de dorpsbewoners enthousiast waren over het idee van een dorpskrant en ook over het proefnummer.[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Dorpskrant, Plaatselijk Belang Oranjewoud