dorpsgemeente
- dorps·ge·meen·te
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | dorpsgemeente | dorpsgemeenten dorpsgemeentes |
verkleinwoord |
de dorpsgemeente v
- (religie) geloofsgemeenschap waar de leden in één dorp wonen
- ▸ De NH-gemeente Vroomshoop met circa 3000 leden staat in het spectrum van de NH-kerk een beetje rechts van het midden. Maar onder de lidmaten zijn er zeker ook die nog rechtser of heel veel linkser staan. Daarom stond in de profielschets voor de nieuwe predikant, dat het iemand moest zijn die 'dominee voor iedereen is'. Dat is wat Schipper ook wil zijn. "Zeker in een dorpsgemeente ben je er als dominee voor een ieder, ook voor de uitersten."[3]
- (politiek) kleine stad die een zelfstandige gemeente is
- Het woord dorpsgemeente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ dorpsgemeente op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “'Als dominee ben je er voor 'n ieder'” (17-06-2008), Tubantia