doorgeven
- Geluid: doorgeven (hulp, bestand)
- IPA: / ˈdorɣevə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /'do̝ːrχevə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /'doːrɣevə(n)/
- door·ge·ven
- samenstelling van door bw en geven ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
doorgeven |
gaf door |
doorgegeven |
klasse 5 | volledig |
doorgeven
- overgankelijk iets wat men ontvangen heeft aan de volgende persoon geven
- Ik heb je boodschap doorgegeven aan mijn collega.
- Kun je het zou even doorgeven?
1. iets wat men ontvangen heeft aan de volgende persoon geven
- Het woord doorgeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doorgeven" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be