gaf door
- Geluid: gaf door (hulp, bestand)
- IPA: / ɣɑf dor / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χɑfˈdo̝ːr/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣɑvˈdoːr/
- gaf door
vervoeging van |
---|
doorgeven |
gaf door
- enkelvoud verleden tijd van doorgeven
- Ik gaf door.
- Jij gaf door.
- Hij, zij, het gaf door.
- Ik gaf door.
- Het woord gaf door staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.