doodsbenauwd
- Geluid: doodsbenauwd (hulp, bestand)
- IPA: /dotsbə'nɑut/
- doods·be·nauwd
- intensiverende samenstelling van dood zn en benauwd bn met het invoegsel -s- [1]
stellend | |
---|---|
onverbogen | doodsbenauwd |
verbogen | doodsbenauwde |
partitief | doodsbenauwds |
doodsbenauwd
- heel erg kortademig
- (figuurlijk) heel erg bang
- Zelfs Albert, doodsbenauwd bij het idee te sterven, zou de eerste de beste afmaken. [2]
- Zij noemde hem de ’slechtste minnaar ooit’ en beschreef zijn mannelijk geslacht als ’een chipolataworstje’. En al was dat in een interview zestien jaar geleden, een bron vertelt aan New! magazine dat de ster doodsbenauwd is dat precies deze uitspraken straks weer de voorpagina’s halen, nu het interview weer opduikt.[3]
- Het woord doodsbenauwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doodsbenauwd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lemaitre, Pierre"Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 19
- ↑ de Telegraaf 29 nov. 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be