donkerheid

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  donkerheid    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• don·ker·heid

Woordherkomst en -opbouw

• afleiding van donker met het achtervoegsel -heid

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	donkerheid
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de donkerheid v

1. het niet of minder verlicht zijn
2. het onduidelijk, het minder helder zijn van een zaak
3. het somber zijn

   ▸ Op de wandeling over de expositie is het een behoorlijke opgave om niet aan Lynch' eigen films te denken. De afbeeldingen, hun sfeer en samenhang laten vol stijlverschil allerlei vormen van duisternis, mismaaktheid en verval zien. Het geheel verhaalt over passie voor de donkerheid van het bestaan. Met doorbreking van alle grenzen is het met kots en al een vertoning vol harde, rauwe schoonheid.

Synoniemen

• [1] duisternis
• [2] onduidelijkheid, mistigheid, vaagheid
• [3] somberheid, zwartgalligheid

Antoniemen

• [1] lichtheid

Gangbaarheid

• Het woord donkerheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.