Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • di·a·lec·to·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord dialectoloog dialectologen
verkleinwoord dialectoloogje dialectoloogjes

Zelfstandig naamwoord

de dialectoloogm

  1. (taalkunde) (beroep) iemand die regionale verschillen tussen taalvariëteiten bestudeert
    • De dialectoloog heeft veel interessante boeken gepubliceerd. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid