• des·sert·le·pel
enkelvoud meervoud
naamwoord dessertlepel dessertlepels
verkleinwoord dessertlepeltje dessertlepeltjes

de dessertlepelm

  1. (huishouden) vrij kleine lepel met lange steel om het dessert te nuttigen
  2. de hoeveelheid die in een dessertlepel past (met een volume van 10 ml)
    • neem twee dessertlepels olie