demper
- dem·per
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | demper | dempers |
verkleinwoord | dempertje | dempertjes |
de demper m
- toestel om de trek in de kachels of onder ketels te temperen
- (muziek) geluiddemper
- knalpot, uitlaatdemper
- (techniek) inrichting om de uitslingering van een dynamisch systeem te dempen
- (techniek) schokdemper
- absorptiedemper, geluiddemper, geluidsdemper, klankdemper, knaldemper, raildemper, schokdemper, toondemper, uitlaatdemper
- Het woord demper staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "demper" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- dem·per
Naar frequentie | 19779 |
---|
demper
- tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van dempe
- demper ned
- demper seg