• de·mo·du·le·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
demoduleren
demoduleerde
gedemoduleerd
zwak -d volledig

demoduleren

  1. (informatica) het terugwinnen van een analoog signaal uit een digitale (b.v. pulscodegemoduleerde) representatie hiervan -> van digitaal naar analoog converteren
  2. (elektronica) (telecommunicatie) het terugwinnen van een analoog signaal uit een met dit signaal gemoduleerde draaggolf