• dů·kaz

důkaz monbezield

  1. bewijs; de reden of feit die een mening onderbouwen
    «Nenašel důkaz o své nevině.»
    Hij heeft geen bewijs gevonden van zijn onschuld.
  2. bewijs, bevestiging; de bevestiging van een bepaalde relatie, gevoel of een toestand
    «Nové nepokoje v zemi byly důkazem nespokojenosti obyvatel.»
    De nieuwe rellen in het land waren een bewijs van ontevredenheid van de inwoners.
  3. (wiskunde) bewijs; het volgens formele regels aantonen dat, gegeven bepaalde axioma's, een bepaalde bewering waar is
    «U zkoušky jsem si nemohl vzpomenout na důkaz Pythagorovy věty.»
    Bij het tentamen kon ik niet het bewijs van stelling van Pythagoras herinneren.
  1. potvrzení o
  • důkaz Pythagorovy věty monbezield – het bewijs van de stelling van Pythagoras
  • listinné důkazy monbezieldmv – geschreven bewijs
  • věcné důkazy monbezieldmv – materieel bewijs