Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • co·sy
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels [1]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen cosy cosyer cosyst
verbogen cosyste
partitief cosy's cosyers -

Bijvoeglijk naamwoord

cosy

  1. gezellig
     "Dit markeert einde van besluitvorming tussen Ministers in cosy onderonsjes en ondeugdelijke deals met VS. Voortaan besluiten i.h openbaar."[2]
     In de intieme concertreeks Cosy Winter presenteert Theater De Storm een dubbelconcert met optredens van zanger/gitarist Dick van Altena in zaal 1 en jazzzanger Paul van Kessel, begeleid door pianist Charly Zastrau, in zaal 2. Na een uur wisselt het publiek van zaal. 20.15 uur.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. cosy op website: Etymologiebank.nl
  2.   Weblink bron “Streep door bankenakkoord EU-VS” (11-02-2010), NOS
  3.   Weblink bron
    10-12-20
    “Cosy Winter in De Storm” (10-12-2020), Tubantia