convulsie
- con·vul·sie
- Naamwoord van handeling van convulseren met het achtervoegsel -ie [1]
- afgeleid van het Franse convulsion of daarvoor van het Latijnse 'convulsio' (met het voorvoegsel con-) [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | convulsie | convulsies |
verkleinwoord | convulsietje | convulsietjes |
1. stuip, toeval
- Het woord convulsie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "convulsie" herkend door:
63 % | van de Nederlanders; |
75 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ convulsie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be