contractvrijheid
- con·tract·vrij·heid
- samenstelling van contract zn en vrijheid zn
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | contractvrijheid | contractvrijheden |
| verkleinwoord |
de contractvrijheid v
- (economie) het zelf mogen bepalen met wie en onder welke voorwaarden men wel of geen economische relatie aan gaat
- ▸ “Mondia is geen bank en heeft zijn eigen verantwoordelijkheid om aan de eigen verplichtingen te kunnen voldoen. V&D gaat uit van een plicht die er niet is. Wat we wel kennen is contractvrijheid en daar hebben we hier mee te maken.”[1]
- ▸ De gemeentewet bepaalt dat de burgemeester alle passende maatregelen moet nemen om de volksgezondheid te beschermen. Het opleggen van het CST moet wel goed geargumenteerd worden, voegde ze eraan toe. Bovendien kan een fitnesscenter op basis van de contractvrijheid zelf een CST opleggen voor elke bezoeker.[2]
1. vrijheid van rechtssubjecten om inhoud, werking en vorm van een overeenkomst te bepalen
- Het woord contractvrijheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “Over veertien dagen uitspraak kort geding verhuurder V&D Hengelo” (12-03-2015), Tubantia
- ↑ Weblink bron blg“Gemeenten kunnen Covid Safe Ticket inzetten na overleg met gouverneur” (24/10/2021), De Standaard
