Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·tra·cep·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verhindering van conceptie’ voor het eerst aangetroffen in 1975 [1]
  • samenstelling van contra en conceptie [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord contraceptie contracepties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de contraceptiev [3]

  1. (medisch) geboortebeperking (door gebruik van voorbehoedmiddelen)
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

83 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen