Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·fe·de·raal
Woordherkomst en -opbouw
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen confederaal confederaler confederaalst
verbogen confederale confederalere confederaalste
partitief confederaals confederalers -

Bijvoeglijk naamwoord

confederaal

  1. betrekking hebbend op de samenwerking van onafhankelijke staten die samen een staat vormen
    • De Partij voor de Dieren sluit zich in het Europees Parlement aan bij de fractie van uiterst linkse partijen. Bij deze zogenoemde Confederale fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links is ook de SP aangesloten.[1] 
    • Bij de Europese vakbondskoepel Etuc ging onmiddellijk de vlag uit. ,,Elders gedetacheerde arbeidskrachten zijn lang genoeg uitgebuit. Zij zijn geen tweederangsburgers, zij hebben recht op hetzelfde loon als werkers in hun gastland", aldus confederaal secretaris Liina Carr.[2] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen