confederatie
- con·fe·de·ra·tie
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘verbond’ voor het eerst aangetroffen in 1576 [1]
- Afkomstig van het Latijnse com (samen) en foederare (verenigen)
- Naamwoord van handeling van confedereren met het achtervoegsel -atie [2]
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | confederatie | confederaties |
verkleinwoord | confederatietje | confederatietjes |
de confederatie v
- (politiek) een samenwerkingsverband tussen soevereine staten die daarbij hun soevereiniteit behouden, een statenbond
- Het Gemenebest van Onafhankelijke Staten wordt door sommigen een confederatie genoemd.
- Het woord confederatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "confederatie" herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "confederatie" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ confederatie op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be