computerapparatuur
- com·pu·ter·ap·pa·ra·tuur
- samenstelling van computer zn en apparatuur zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | computerapparatuur | |
verkleinwoord |
de computerapparatuur v
- (informatica) computer en alle daarmee verbonden apparaten
- ▸ Daarachter twee bureaus met computerapparatuur. Aan de muur grote borden met voorbeelden van lettertypes.[1]
- ▸ De meeste diefstallen waren langs de A67, gevolgd door de A2 en de A16. De dieven zijn vooral uit op goederen met een hoge verkoopwaarde zoals computerapparatuur, merkkleding en genotmiddelen.[2]
1. computer en alle daarmee verbonden apparaten
- Het woord computerapparatuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ “Tonio : een requiemroman” (2011), De Bezige Bij , ISBN 9789023467014
- ↑ Weblink bron “Aantal ladingdiefstallen sterk gedaald” (21-01-2016), NOS